Wie houdt na de scheiding meestal de woning?
Gezamenlijke koopwoning vaker naar de man
Na een scheiding valt de gemiddelde koopkracht van vrouwen aanzienlijk terug, terwijl deze bij mannen enigszins toeneemt. Wel stijgt de gemiddelde koopkracht van vrouwen in de vijf jaar na de scheiding sneller, onder meer doordat ze meer uren gaan werken dan voor de scheiding. Dit blijkt uit diverse onderzoeken van het CBS. Onder een scheiding wordt in deze onderzoeken verstaan het beëindigen van een periode van samenwonen.
Woning
Veel mensen, zowel mannen als vrouwen, zetten na de scheiding een stap terug op woongebied: ze gingen wonen in een kleinere, goedkopere woning en gingen van een koopwoning naar een huurwoning. Voor vrouwen is de impact van een scheiding op hun woonsituatie groter dan voor mannen. Voor de scheiding woonde 68 procent van de 30- tot 35-jarige mannen en vrouwen in een koopwoning. Vlak na de scheiding gold dat nog voor 51 procent van de mannen en 28 procent van de vrouwen.
Het verschil komt hoofdzakelijk doordat mannen na de scheiding vaker in de gezamenlijke woning blijven, omdat zij dat vaker kunnen financieren. Daarnaast verhuizen vertrekkende vrouwen na de scheiding minder vaak dan vertrekkende mannen naar een koopwoning.
Ontwikkeling koopkracht na scheiding voor vrouwen ongunstig
De koopkracht van 25- tot 60-jarige vrouwen die in 2014 scheidden, lag een jaar na de scheiding gemiddeld 29 procent onder die van mannen die in hetzelfde jaar scheidden. In de jaren 2016-2019 groeide de gemiddelde koopkracht van de gescheiden vrouwen meer dan bij mannen, maar niet genoeg om de eerdere daling te compenseren. Vijf jaar na de scheiding was het koopkrachtverschil met gescheiden mannen nog 21 procent. Bij de berekening van de koopkracht wordt gecorrigeerd voor verschillen tussen de huishoudens, zoals het aantal kinderen.
Een nieuwe partner maakt het verschil
Dat de gemiddelde koopkracht van vrouwen pal na een scheiding sneller terugviel dan die van mannen, komt doordat het doorgaans hogere inkomen van de ex-partner kwam te vervallen en, in mindere mate, doordat zij het vaakst eventuele kinderen in huis namen. Gegevens over betaalde en ontvangen kinderalimentatie zijn niet beschikbaar, zodat met deze inkomensposten geen rekening kon worden gehouden. Uit eerder onderzoek, waarbij gegevens over kinderalimentatie zijn geschat, is gebleken dat de koopkrachtverschillen tussen mannen en vrouwen na een scheiding daardoor iets kleiner worden.
Dat na de scheiding bij vrouwen de gemiddelde koopkracht sterker groeit dan bij mannen, is deels terug te voeren op het feit dat ze opnieuw gaan samenwonen. De gemiddelde koopkracht van vrouwen met een nieuwe partner was na vijf jaar vrijwel even groot als die van degenen die in de hele periode 2012-2019 met dezelfde partner zijn blijven samenwonen. De koopkracht van gescheiden vrouwen die niet opnieuw zijn gaan samenwonen blijft hier zo’n 35 procent bij achter, en dat verschil is in de genoemde periode niet kleiner geworden. Uit aanvullend onderzoek blijkt dat jonge vrouwen zonder kinderen het snelst opnieuw samenwonen.
Vrouwen gaan na scheiding meer werken
Een andere factor die verband houdt met de sterkere groei van de gemiddelde koopkracht van gescheiden vrouwen is de veranderde arbeidsmarktsituatie. Gemiddeld gingen ze meer werken, terwijl gescheiden mannen gemiddeld evenveel uren bleven maken. Van de vrouwen die in de hele periode 2012-2019 werkten, drie kwart van alle 25- tot 60-jarigen, steeg de gemiddelde arbeidsduur van gescheiden vrouwen met 6,7 procent en die van vrouwen die bleven samenwonen met 1,4 procent. Ook aanvaardden verhoudingsgewijs veel niet-werkende vrouwen na een scheiding een baan. Bij mannen was dat in veel mindere mate het geval.
Bron: CBS